Montessori is een onderwijsmethode die begin 20e eeuw werd ontwikkeld door de Italiaanse arts en pedagoog Maria Montessori (1870–1952). Het idee is eenvoudig: kinderen zijn van nature nieuwsgierig en leren het beste door zelf te ontdekken. "Leer mij het zelf doen" is zo een belangrijk uitgangspunt. In plaats van luisteren naar een juf die alles uitlegt, krijgen kinderen de kans om actief bezig te zijn. Denk aan rekenen met kralenkettingen, taal oefenen met losse letters of leren koken in een kindvriendelijke keuken. De omgeving is zo ingericht dat kinderen zelfstandig keuzes kunnen maken en stap voor stap leren verantwoordelijkheid te nemen. In Nederland is Montessori inmiddels een begrip: er zijn honderden scholen, peuterspeelzalen en zelfs kinderdagverblijven die volgens deze aanpak werken.
Waarin verschilt dit van een traditionele school? In het reguliere onderwijs volgen alle kinderen meestal hetzelfde lesprogramma, in hetzelfde tempo, aangestuurd door de leerkracht. In een Montessorischool gaat het anders: hier kiest het kind zelf met welk materiaal of welke taak het aan de slag gaat, en bepaalt deels zijn eigen tempo. De leraar is meer een begeleider dan een instructeur. Daarbij spelen praktische vaardigheden – zoals tafel dekken, een plant verzorgen of samenwerken met jongere kinderen – een grotere rol dan in klassiek onderwijs. Het resultaat: kinderen ontwikkelen niet alleen kennis, maar ook zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.
Casa dei Bambini staat voor het huis van de kinderen. Het begrip Casa dei Bambini is tot uiting gekomen toen Maria Montessori in 1907 in een arme wijk in Rome haar eerste “Huis van de Kinderen” opende. Daar richtte ze een ruimte speciaal in voor jonge kinderen, met op maat gemaakt meubilair en speciaal ontwikkelde materialen die de zelfstandigheid en nieuwsgierigheid van kinderen stimuleerden. Het succes van deze aanpak liet zien dat kinderen, als ze een goed voorbereide omgeving en vrijheid krijgen, zelfstandig kunnen leren en zich op een natuurlijke manier ontwikkelen — dit werd de basis voor het wereldwijde Montessori-onderwijs. Een goed ingerichte Casa dei Bambini is een “voorbereide omgeving” (prepared environment): alles in de klas is bewust gekozen, geordend en duurzaam, met als doel het kind te ondersteunen in zelfstandig leren, ontdekken en groeien
Maria Montessori zag de omgeving niet als een decor, maar als een leraar. De ruimte moest kinderen uitdagen én ondersteunen. En dat principe kunnen we vandaag nog steeds toepassen. Dus: Wat leren we van Montessori over de inrichting van een kinderhoek?
Een kast waar je niet bij kunt, bestaat in Montessori eigenlijk niet. Tafels, stoelen en planken zijn afgestemd op het kind. Daardoor kunnen kinderen zelfstandig een boek pakken, een spelletje opruimen of een activiteit beginnen. Geen “mama, wil jij het even pakken?” – maar zelf doen. Dit principe leert ons om inrichting te zien vanuit het perspectief van de gebruiker: groot of klein, kind of volwassene.
In een Montessoriruimte vind je geen overvolle bakken of speelgoed dat opgestapeld ligt. Alles heeft een vaste plek en is overzichtelijk en aantrekkelijk neergezet: één puzzel op een plank, niet tien door elkaar. Zo kunnen kinderen zelf kiezen wat ze willen doen en voelen ze zich niet overweldigd door chaos.
Kinderen leren materialen opruimen en terugzetten, wat bijdraagt aan rust, overzicht en zelfdiscipline. Rustige kleuren en natuurlijke verlichting zorgen voor een prettige sfeer, zonder felle wandversiering of schreeuwerige posters. Licht, lucht en zicht op buiten of groen maken de ruimte compleet.
Montessori gebruikt hout, stof, glas en metaal – materialen die echt voelen en vaak ook breekbaar zijn. Geen plastic overload, maar dingen die respect en zorg vragen. Een glazen beker leer je met aandacht vasthouden, een houten tafel voelt stevig en warm. Het geeft kinderen niet alleen zintuiglijke ervaringen, maar ook een gevoel van waarde. Voor ons interieur betekent dit: kies voor kwaliteit, eenvoud en materialen die uitnodigen tot zorgvuldig gebruik.
Meubels passen zich aan de kinderen aan. Een stoel die je zelf kunt optillen of een tafel die je kunt verschuiven, maakt dat mogelijk. Vandaag werk je alleen, morgen met drie kinderen aan één tafel. Licht, flexibel en mobiel meubilair zorgt ervoor dat iedereen kan werken zoals hij of zij dat wil. Onze bloemtafel is hier een perfect voorbeeld van, maar daarover volgt binnenkort meer.
De ruimtes bij Montessori zijn vaak verdeeld in verschillende zones of werkgebieden, met elk een duidelijk doel. Meestal zie je de volgende werkgebieden.
Deze werkgebieden helpen kinderen kiezen wat ze willen doen, in welke volgorde, en geven structuur aan de klas.
Als Maria Montessori vandaag een kinderkamer of klaslokaal zou inrichten, zou ze waarschijnlijk niet beginnen met kleuren kiezen of meubels shoppen. Ze zou zich eerst afvragen: wat heeft dit kind nodig om zelfstandig te groeien? De ruimte is dus geen doel op zich, maar een middel.
Wie weet zie je van ons binnenkort het Montessori Casa Dei Bambini template, blijf op de hoogte! 👀